Marlinks ontwikkelt monitoringtool voor offshore stroomkabels

Marlinks ontwikkelt monitoringtool voor offshore stroomkabels
De toekomst van energie kleurt groen; daar bestaat geen twijfel over. Tegen 2020 wil België 13% hernieuwbare energie produceren. Windenergie op zee heeft daar een belangrijk aandeel in. In totaal wordt het komende decennium voor bijna 10.000 megawatt aan windmolens in het Nederlandse deel van de Noordzee geplaatst, verspreid over twaalf windparken.
Wij spraken met Roel Vanthillo, directeur van de start-up Marlinks, opgericht door Fluves en Parkwind eind 2017. Zij monitoren de stroomkabels die de energie uit de windparken naar het vasteland voeren. Stroomkabels zijn het minst zichtbare deel van zo’n enorme windmolen, maar ze zijn eveneens het meest kwetsbare.
"Stroomkabels op de zeebodem zijn begraven op een diepte van minstens 1 meter. Dit is nodig omdat ze anders beschadigd kunnen raken door ankers van schepen of visnetten. Zo’n stroomkabels geven bovendien warmte af. De begraafdiepte zorgt ervoor dat ze de omgeving niet kunnen verstoren. De zeebodem is echter geen statisch landschap. Door golven en getijden verandert de bodem permanent. Daarom is het belangrijk om de begraafdiepte in de gaten te houden."
Tool voor permanente conditiemonitoring
Traditionele monitoring van de stroomkabels gebeurt maar 1 keer per jaar. Een schip met een sonar meet het verschil in zeebodemligging ten opzichte van vorig jaar. Dat geeft een weinig precies beeld van de begraafdiepte, en biedt weinig zekerheid. Fluves ontwikkelde daarom samen met FlandersMake@UGent een tool om de begraafdiepte op een continue manier in real-time op te volgen.
Ze gebruiken daarvoor thermische modellen, in combinatie met algoritmes voor temperatuurdetectie (Distributed Temperature Sensing).
"In feite willen we de dikte van het zandpakket weten, op een bepaalde plaats van de kabel. We zetten daarom de optische glasvezelkabels in, die windparken sowieso al gebruiken om gegevens naar het vasteland te sturen. Temperatuur kan per meter gemeten worden via licht dat door de kabel gestuurd wordt. Aan de hand van het lichtspectrum dat teruggekaatst wordt, kennen we de plaats op de kabel. Deze data combineren we met thermische karakteristieken van de kabel en de zeebodem. Het algoritme rekent dan terug wat de diepte is voor een gegeven temperatuur, voor die plaats op de kabel."
Uit controlemetingen op zee blijkt dat er een hoge nauwkeurigheid wordt behaald met slechts een beperkte set aan parameters en modellen. De verzamelde data dient eveneens om voorspellingen te maken hoe de situatie zal evolueren, om preventief actie te ondernemen.
BIJKOMENDE COMPETENTIES IN HUIS HALEN DANKZIJ KENNISTRANSFER
Fluves ging op zoek naar een relevante partner om hen op twee zaken te ondersteunen: kennis van thermische en elektrische processen. Ze kwamen bij FlandersMake@UGent terecht.
"De samenwerking is ondertussen afgerond. Het project is gaandeweg verder geëvolueerd. In de loop van zo’n onderzoek ontstaan altijd nieuwe inzichten die het project een bepaalde richting in duwen. Met het resultaat zijn wij intern verder aan de slag gegaan. We hebben de code verfijnd en het statistisch model verder uitgewerkt. Vervolgens zijn we letterlijk en figuurlijk in zee gegaan met Parkwind, een ontwikkelaar van offshore windparken. Daaruit is Marlinks ontstaan."
"Wat de volgende stappen zijn, vraag je. Behalve projecten in België, voeren we nu de kabelmonitoring uit voor het Nederlandse Gemini windpark, het grootste offshore windpark van Europa. Het windpark gaat genoeg duurzame energie produceren voor 800.000 huishoudens. Dat is niet niets. Om de klimaatdoelstellingen te halen, zijn zo’n projecten broodnodig."
"Het windpark ligt zo’n 85 kilometer van de Nederlandse kust af. Dat is een hoop kabel om te monitoren. Dankzij de kennis die we met FlandersMake@UGent opgedaan hebben, zijn we voorbereid op de taak."
- Roel Vanthillo, managing director van Marlinks.
