Op ontdekkingstocht in de bakermat van Industrie 4.0

Op ontdekkingstocht in de bakermat van Industrie 4.0

Duitsland: het land van bier en worst, het land van bondskanselier Merkel, maar ook het land waar in 2011 de term Industrie 4.0 werd geïntroduceerd om de digitale transformatie binnen de maakindustrie aan te duiden. Van 15 tot 17 oktober trokken we met een groep van 30 Vlaamse ondernemers uit diverse strekkingen (van de farmaceutische sector tot windmolens, van E-commerce tot artificiële intelligentie service providers) naar toonaangevende Industrie 4.0-bedrijven in Duitsland. Zo konden we met onze eigen ogen ontdekken hoe ver de Duitse pioniers nu echt staan. Vijf belangrijke lessen zijn ons bijgebleven.

LES 1: ZET NU DE STAP NAAR INDUSTRIE 3.3

We begonnen onze reis in het Industrie 4.0 Maturity Center in Aken. Zij ondersteunen bedrijven om de stap te zetten van een Industrie 3.0 fabriek, waarin traag gereageerd wordt op ongeplande events, naar een agile Industrie 4.0 fabriek. Dit gebeurt typisch in 6 stappen. We gaan ervan uit dat de fabrieken al computers (computerisatie) hebben en dat er industriële netwerken zijn (connectiviteit).

  1. Visibiliteit: Alles begint met het verzamelen van data om de huidige werking van de productie te kunnen visualiseren.
  2. Transparantie: Op basis van deze data voeren ze analyses uit om de oorzaak van bepaalde gebeurtenissen (machinedefecten, product defecten) beter te begrijpen.
  3. Voorstelbaarheid en Adaptiviteit: Een volgende stap bestaat eruit om toekomstige situaties (bv machineafwijkingen) te voorspellen (als input voor predictief onderhoud) en hierop beter te kunnen inspelen. In een agile Industrie 4.0 fabriek kunnen de producten en/of machines dan op een gepaste manier reageren en zichzelf optimaliseren.

Tour duitsland

Algemeen zijn de Duitse bedrijven op dit moment bezig met de visibiliteit en transparantie stappen. Hierdoor kunnen we ze in feite beschouwen als Industrie 3.3 fabrieken. De door ons bezochte bedrijven staan echter reeds verder dan gemiddeld en hebben mooie voorbeelden getoond van inspirerende Industrie 4.0-implementaties. Niet alle bedrijven zullen bovendien de laatste stap maken naar een volledig autonome 4.0-fabriek. In sommige gevallen zal de extra investering die hiervoor nodig is immers niet opwegen tegen de te behalen voordelen. De eerste twee stappen zijn echter onontbeerlijk voor elk bedrijf dat zijn productie op peil wil houden in een hoog competitief klimaat.

Bij het bezoek aan het DHL Innovation Center in Troisdorf werd uitgelegd dat hun lange-termijn visie eruit bestaat om tegen 2050 nul gram CO2 uit te stoten. Om dit effectief te realiseren is het belangrijk om nu al stappen te zetten. Zo gebruiken ze vandaag een vloot zelf ontwikkelde elektrische voertuigen voor de last-mile delivery. Deze hebben een geoptimaliseerd design voor het in- en uitladen van pakjes. Met behulp van Artificiële Intelligentie (AI) worden de leveringsvolumes voorspeld, zodat steeds een vrachtwagen met de juiste grootte ingezet wordt.

Ook in de logistieke centra vind je Industrie 4.0 implementaties. DHL gebruikt goedkope 3D camera’s uit de gaming industrie om de dimensies van verpakkingen te bepalen. Een zelfrijdend karretje met pakjes volgt een operator doorheen de fabriek op basis van camerabeelden van zijn kuiten.

LES 2: INDUSTRIE 4.0 GAAT OOK OVER MENSEN

Industrie 4.0 gaat niet enkel over technologische innovaties. De digitale maturiteitsindex houdt ook rekening met de organisatiestructuur en -cultuur. Om de voordelen van digitalisatie ten volle te kunnen benutten, moeten deze immers eveneens aangepast zijn. Digitale competenties, open communicatie en agile management zijn maar enkele voorbeelden hiervan. Ook op deze dimensies dient men dus vooruitgang te boeken om het potentieel van een Industrie 4.0-implementatie te realiseren.

Tijdens het bezoek aan de Siemenscampus voor procesautomatisatie werd het duidelijk dat digitalisatie niet alleen belangrijk is voor de discrete maakindustrie maar ook voor de procesindustrie.

Siemens onderzoekt hoe ze hun operatoren op de fabrieksvloer kunnen ondersteunen met behulp van digitale technologie. Tijdens de rondleiding konden we zelf ervaren hoe ze hun operatoren trainen met behulp van Virtual Reality alvorens ze in de echte fabriek in te zetten. Daarnaast volgden we via een Augmented Reality bril de productie op en kregen we begeleiding bij onderhoudsactiviteiten.

LES 3: VERKOOP DIENSTEN IN PLAATS VAN PRODUCTEN

Het bezoek aan Festo was voor iedereen een echte eyeopener. Terwijl iedereen Festo kent als producent van pneumatische actuatoren en kleppen, biedt het bedrijf vandaag ook heel wat software-oplossingen aan. Festo heeft de voorbije jaren een duidelijke digitalisatiestrategie ontwikkeld en uitgerold. Zo hebben ze een volledige Cloud-gebaseerde softwaretool ontwikkeld voor ‘smartenance’ (=slimme conditiemonitoring en preventief onderhoud). Met deze tool kan je niet alleen Festo-producten opvolgen, maar ook producten van andere fabrikanten monitoren voor onderhoudsvoorspellingen. Dit is een uitstekend voorbeeld van meerwaarde bieden.

Een ander voorbeeld zagen we bij GFT, een IT-serviceprovider voor de financiële en industriële sector. We leerden hoe digitalisatie nieuwe verdienmodellen doet ontstaan. Terwijl klanten traditioneel betalen voor de aankoop van een product, verkiezen ze vandaag de dag te betalen voor het gebruik van dit product. Bijgevolg verkopen productiebedrijven niet alleen producten maar bieden ze ook meer en meer diensten aan. Denk hierbij aan predictief onderhoud van machines of optimalisatie van hun energieverbruik. Dit is nodig om de risico’s bij het gebruik van nieuwe verdienmodellen te kunnen beheersen. Zo wordt de verkoop van een machine eigenlijk gebruikt als deuropener voor de verkoop van een hele reeks diensten. Deze evolutie zorgt wel voor een aantal uitdagingen voor traditionele productiebedrijven. Zo vereist het implementeren van nieuwe businessmodellen een wendbare organisatiestructuur en flexibele bedrijfscultuur, zodat er snel geschakeld kan worden.

Contacteer ons

Wil je meer informatie over de stappen die je met je bedrijf naar Industrie 4.0 kan zetten? Neem dan contact met ons op.

Dirk Torfs, CEO

Dirk Torfs is sinds 2014 CEO van Flanders Make. Dirk is Burgerlijk Werktuigkundig-Elektrotechnisch Ingenieur en Doctor in de Toegepaste Wetenschappen (KU Leuven) en behaalde een Executive MBA aan de Flanders Business School. Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring in managementfuncties in de Vlaamse industrie (o.a. bij Trasys, ABB en Imtech) en is Professor Quantitative Decision Making voor het Executive MBA programma van de Flanders Business School.